Het is geen geheim dat sommige honden echte ‘waterratten’ zijn. Niet alleen zijn sommige hondenrassen speciaal gefokt om in het water te jagen op eenden en andere watervogels, ook is zwemmen een heerlijke manier om af te koelen en te spelen. Maar wist je dat enkele hondenrassen bijzondere eigenschappen hebben die met water te maken hebben? Wij hebben 8 leuke en leerzame zwemfeitjes over honden op een rijtje gezet:
Waar de meeste zoogdieren een gespierd achterwerk hebben (wat het achterwerk in verhouding zwaar maakt), bestaat het achterwerk van de corgi voor zo’n 80% uit vet, dat goed drijft op water. Daarnaast hebben corgi’s een dikke, dubbele vacht die het drijven vergemakkelijkt. Ondanks dat corgi’s blijven drijven en gek zijn op water, zijn het geen sterke zwemmers door hun relatief korte poten. Laat ze daarom bij voorkeur spelen in ondiep water of doe ze een zwemvest om.
Veel honden die gefokt zijn om in het water te jagen of te werken, hebben zwemvliezen tussen hun tenen. Denk hierbij aan golden retrievers, newfoundlanders, Portugese waterhonden en Nova Scotia duck tolling retrievers. De zwemvliezen vergroten het oppervlak van de poten, waardoor ze makkelijker en sneller kunnen zwemmen. Ook zorgen de zwemvliezen voor meer grip op gladde of modderige ondergronden.
De meeste waterhonden zijn gefokt om te helpen tijdens de jacht, bijvoorbeeld door prooien uit het water te halen. Maar enkele rassen, zoals de newfoundlander, zijn oorspronkelijk gefokt om vissers te redden die overboord sloegen. De newfoundlander is een grote en sterke hond, een goede zwemmer en heeft een dapper en zachtaardig karakter. Dit ras wordt nog steeds, samen met Leonbergers, ingezet door kustwachten en reddingswerkers.
Voor oudere honden of honden met artroseklachten kan zwemmen een goede manier zijn om in beweging te blijven. Tijdens het zwemmen gebruikt de hond alle spieren, zonder dat de gewrichten daarbij belast worden. Zo blijven de spieren van de hond in vorm en blijft de conditie van de hond op peil.
Een dubbele vacht bestaat uit een onderlaag van zacht haar en een bovenlaag van stevig haar. De ondervacht is vaak vrij dicht en bestaat uit kortere, zachte haren. Deze vacht werkt isolerend, waardoor de hond warm blijft in de winter en koel in de zomer. De bovenlaag bestaat vaak uit langere, stevige haren (dekharen), die meestal water- en vuilafstotend is. Een waterafstotende vacht helpt honden warm en relatief droog te blijven, zelfs na lang zwemmen of spelen in het water.
Wanneer honden zwemmen, doen ze dit vrijwel allemaal op dezelfde manier: ze ‘peddelen’ met hun voor- en achterpoten door het water, waarbij ze steeds één voorpoot en één achterpoot tegelijkertijd door het water bewegen en steeds afwisselen. Bij de ‘dog paddle’ voor mensen gebruikt men de armen en handen hetzelfde als honden de voorpoten gebruiken, terwijl de benen op en neer bewogen worden.
Wellicht dacht je dat alle honden kunnen zwemmen. Toch zijn er een aantal rassen die niet kunnen zwemmen, vaak door de vorm van het lichaam. Honden met een platte kop en/of een zeer korte snuit, zoals mopshondjes en Franse bulldogs, hebben vaak moeite met ademhalen en krijgen snel water in hun neus, wat de kans op verdrinking vergroot. Honden met korte poten en een lang lichaam, zoals teckels, corgi’s en basset hounds raken snel vermoeid tijdens het zwemmen, waardoor ze moeite kunnen hebben zichzelf boven water te houden. Honden met een groot en rond lijf, zoals bulldogs, pitbulls en boxers, hebben eveneens een moeite om boven water te blijven.
Er is zelfs een wereldkampioenschap, de World Dog Surfing Championships in de San Francisco Bay Area! Of een hond kan leren surfen heeft niet zozeer te maken met het ras, maar meer met hoe comfortabel een hond in het water is en zijn of haar balans kan houden op een surfplank. En natuurlijk het allerbelangrijkste: of de hond het leuk vindt om te doen!
