De alpaca; een bijzondere diersoort
De populariteit van alpaca's in Nederland groeit. Het oorspronkelijke habitat van deze bijzondere diersoort zijn de hoogvlaktes van het Andes-gebergte in Zuid-Amerika. De alpaca, familie van de lama, is echter ook in ons land inmiddels een vaste waarde.
Er leven naar schatting zo'n 2.500 alpaca's in Nederland, een verdubbeling ten opzichte van 10 jaar geleden. De verwachting is dat dit aantal de komende jaren verder zal toenemen. En daarmee ook de vraag naar de juiste zorg. En die is specifiek, omdat alpaca's op fysiologisch niveau anders functioneren en ons klimaat andere eisen stelt aan de verzorging.
Het belang van vitamine D3-aanvulling
In de Andes leven ze op grote hoogte en beschermt hun vacht ze tegen invloeden van buitenaf, zoals grote temperatuurverschillen. Een aanvulling van vitamine D3 is in ons klimaat en op onze breedtegraad noodzakelijk voor alpaca’s. Vitamine D3 kan onder invloed van uv-licht in het lichaam van het dier zelf worden gevormd. In Nederland/België is er echter veel minder uv-straling dan in het herkomstgebied van de alpaca. Ook wordt er soms gefokt op een dichtere wol of donkerdere vacht met een meer gepigmenteerde huid. Hierdoor kan onvoldoende uv-licht doordringen en kan het dier zelf onvoldoende vitamine D3 vormen.
Een tekort aan vitamine D3 kan leiden tot rachitis (ook wel Engelse ziekte genoemd), oftewel verweking van de botten door onvoldoende inbouw van calcium. Aanvulling van vitamine D3 is dus van groot belang om het vitamine D3-niveau op peil te houden, zeker in de seizoenen met de kortste dagen en de minste zonuren. Vitaminegel AD3E is hiervoor de meest effectieve en eenvoudige methode. De vitaminegel is ook ideaal ter ondersteuning van de voorbereiding op reproductie.
Algemeen
De alpaca (Vicugna pacos) is een echte zonaanbidder en leeft graag buiten.
Er zijn twee soorten:
- Huacaya: dit is de meest voorkomende soort in Nederland. Hij heeft wat weg van een teddybeer vanwege zijn zachte en dikke wol.
- Suri: de wol van de Suri lijkt heeft wel wat weg van dreadlocks. De zijdeachtige lange draden leveren meer op dan die van hun soortgenoten.
Alpaca’s staan bekend om hun zachtaardigheid, nieuwsgierigheid en interesse in mensen, maar toch houden ze niet van te veel aanrakingen. Ze zijn makkelijk te houden en stellen weinig eisen. Ze kunnen tegen een stootje en zijn zelden ziek. Dat verklaart ook de stijging in populariteit. Bij de (hobby)fokkerij bijvoorbeeld voor de hoge kwaliteit wol en de kinderboerderijen voor de gezelligheid.
Leefwijze
Alpaca’s zijn grazers en leven in kuddes. Van nature wordt de kudde geleid door een dominant mannetje (macho of hengst). Een afgestemde kudde met een aantal vrouwtjes (hembra of merrie) en jongen (cria) is daarom belangrijk. Een gecastreerde hengst heet een ruin. Als er teveel mannetjes in een kudde zijn kan worden gekozen voor castratie. Er heerst een bepaalde hiërarchie onder de kudde waardoor het van belang is dat er meerdere plekken zijn waar de dieren kunnen eten en drinken. Ook dient er een beschutte plek aanwezig te zijn om te kunnen schuilen voor regen, wind of felle zon.
Vacht
Alpaca’s zijn dol op een zandbad waarmee ze hun vacht verzorgen. Alpacahouders dienen er dan ook rekening mee te houden dat er voldoende ruimte is voor zand waar ze zich lekker in kunnen baden. Zomers vinden ze het heerlijk om af te koelen in een laagje water. Om te voorkomen dat ze zomers te dik in hun vacht zitten en het te warm krijgen, worden de Huacaya’s ieder jaar geschoren (meestal in het voorjaar), voor Suri’s volstaat eens per 2 jaar.
Voeding
Alpaca’s kunnen het hele jaar door geweid worden. In hun natuurlijke leefgebied eet de alpaca alleen maar vezelrijk plantaardig voedsel zoals diverse soorten grassen, kruiden en mossen. Hun spijsverteringsstelsel kan dit makkelijk verteren en is hier op ingesteld. Om ook in Europa zoveel mogelijk te voldoen aan deze behoefte, is het belangrijk om voornamelijk gras en hooi te voeren, in combinatie met een vitamine D3 aanvulling tijdens de wintermaanden (september t/m maart).
Voortplanting
Een merrie is vanaf ongeveer anderhalf jaar oud geslachtsrijp en na een dracht van 11,5 maanden wordt er een jong (cria) geboren. Merries kennen geen cyclus en zijn het hele jaar door vruchtbaar. Een hengst kan vanaf een jaar of 2 een merrie dekken. Een cria weegt bij de geboorte zo’n 7 tot 8 kg en wordt meestal overdag geboren. Een cria moet zelf opdrogen, een merrie likt haar veulen namelijk niet zelf droog. Een alpaca wordt gemiddeld 25 jaar.
Wormen
De beste manier om een wormenbesmetting te voorkomen, is om de mest iedere dag te verwijderen. Alpaca’s hebben meestal een vaste mestplek. De mest ligt dan bij elkaar en is eenvoudig te verwijderen. Regelmatig verweiden draagt ook bij aan het voorkomen van worminfecties.
Enkele verzorgingstips voor alpacahouders
- Alpaca's hebben extra vitamine A, D3 en E nodig in de maanden september t/m maart.
- Zorg altijd voor voldoende vers drinkwater, gras en hooi.
- Plan tijdig een afspraak in bij de scheerder zodat de afgeschoren vacht voor de winter weer aangegroeid is.
- Een afspraak bij de dierenarts plannen voor de jaarlijkse inenting tegen de Clostridiumbacterie.
- Dagelijks verwijderen van mest om is de beste manier om het risico op wormen zoveel mogelijk te voorkomen.
- Indien mogelijk zorgen voor een plek waar ze zich kunnen baden in zand.
- Kies voor een optimale samenstelling van de kudde.